Woensdag 3 augustus
Langzaam dringt het geluid van iemand die het huis veegt en een zingend kindje door in mijn dromen. Met een schrik word ik wakker. Hannah, Hannah, Hannaaah, fluister ik. Ik krijg een slaperige “ja” terug en vraag hoe laat het is, het blijkt kwart voor zeven te zijn. Doodmoe sluit ik mijn ogen om nog een half uurtje verder te slapen. Een half uur later gaat de wekker en is het tijd om wakker te worden, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Kletsend wakker worden dan maar, ik vertel Hannah mijn droom die ik had over het gastgezin. In die droom blijkt wel weer hoe erg je onbewust in je hoofd bezig bent met je zorgen maken over wat er allemaal wel en niet fout kan gaan.
Om acht uur doen we de deur van onze kamer open en rennen we nog snel naar de ‘badkamer’ om onze tanden te poetsen en daarna naar de wc te gaan. In de badkamer zie ik Hannah haar tanden poetsen en begin spontaan weer te giechelen, de badkamer is namelijk een mini kamertje met een klein gat in de hoek en de wc is een kamertje met een gat in de grond. Snel poets ik mijn tanden en ga naar de wc. Hannah poets haar tanden, maar slaat het wc bezoekje over, want dat hangen, nee dat is niks voor haar… lachend lopen we weer naar binnen en gelijk worden we vrolijk begroet door alle familieleden die “good morning” komen zeggen en je een hand geven. Het ontbijt staat al klaar, snel schrokken we twee mierzoete witte boterhammen met een omelet en een gekookt eitje naar binnen. Gisteren is ons namelijk verteld dat we uiterlijk om half negen weer terug bij de kerk van Remera moeten zijn, waar we gisteren door de gezinnen zijn opgehaald. Om half negen vertrekken we dan eindelijk naar de kerk samen met Dian, de oudste van de vijf kinderen, en tevens de enige die Engels spreekt. Onderweg vraagt ze wel drie keer of ze een selfie mag maken met ons en of we die dan door willen sturen via Facebook. Want ja, Dian heeft gewoon Facebook! Precies op tijd – volgens Afrikaanse begrippen – komen we aan bij de kerk, want Nederlandse tijden, daar doen ze hier niet aan. We worden gelijk overvallen door vragen van mensen uit de groep. “Hebben jullie een wc? Wat aten jullie?” Al gauw blijkt dat er een heel groot verschil zit in de luxe van de gastgezinnen. Na een tijdje over en weer te hebben gekibbeld nemen we afscheid van Dian. Nu alle mensen van de gastgezinnen weg zijn gaan we naar de kerk voor een soort dienst die speciaal voor ons georganiseerd is. Pastor Jean-Marie en Pastor Jerôme van de Regio Remera-Rukoma heten ons hartelijk welkom en vertellen iets over Rwanda en het kinderkoor Dorcas uit Mwirute danst en zingt voor ons. Twee lieve meisjes staan te zingen samen met een koortje, jongens blazen op een soort fluit terwijl ze een soort dansje doen en een groepje meiden doen een Afrikaanse dans waarna één van deze meiden Jelle beetpakt en hem meesleept om te dansen. Al gauw zijn we allemaal aan het dansen en het is een gezellige boel. We stellen ons zelf voor aan de jongeren van de gemeente Remera en leren hen en ook het koor ‘Lees je Bijbel bid elke dag’ in drie verschillende talen.
Na de dienst lopen we via de Genocidegedenkplaats naar het ziekenhuis. In de hitte van de dag en met knorrende magen krijgen we hier een rondleiding. Na de rondleiding lopen we weer terug naar de kerk, waar we naast het “bijgebouw”(maison de passage) een heerlijke, inmiddels bekende, rijst met bonen, erwtjes, aardappelen en zeer gaargekookt vlees krijgen.
Na de maaltijd lopen we met de hele groep en de jongeren door het dorp heen. Ze geven ons een rondleiding en we genieten van het mooie uitzicht en de ontzettend aardige mensen. Tijdens het wandelen raak ik aan de praat met een jongere uit Remera. Hij heeft een heel moeilijke naam, maar we mogen hem Emmi noemen. Emmi vertelt me over het land en over zijn taal, ik vertel hetzelfde tegen hem alleen dan over Nederland. Ik vertel hem dat ik de winkels hier zo klein vind, hij kijkt me verbaasd aan en vraagt hoe groot de winkels bij ons dan zijn. Ik leg uit dat een normale winkel bij ons ongeveer tien keer zo groot is als de winkels hier en een supermarkt minimaal 30 keer zo groot. Zijn mond valt open en hij begint te lachen. Het lijkt wel alsof hij niet begrijpt dat dat mogelijk is!
Trots laat hij zien waar hij normaal werkt en wie zijn broer is. Zijn werkplek is een tafeltje met een parasol waar hij o.a. simkaarten verkoopt. Ik ben verbaasd dat hij dat doet als werk, maar tegelijkertijd heb ik zoveel respect voor hem, dat hij waardeert wat hij doet en trots kan vertellen dat zijn broer studeert om huizen te kunnen gaan bouwen. Ondertussen komen er allemaal kinderen op ons af die ons een handje willen geven en azen op eten of graag zichzelf op een foto zien. Dit doen we dan ook, Joost geeft ze een koekje en Jelle laat ze hun schattige gezichtjes zien op zijn camera. We komen langs de middelbare school van Remera en gaan door de hekken naar binnen. We zien allemaal gebouwen zoals een bibliotheek en een computer lab om een groot veld staan.
Op dit grote veld staan allemaal geiten te grazen en er staat een volleybalveld. We spelen een gezellig potje volleybal met de jongeren en Emma ontdekt een grote Djembé waarop ze een kwartier lang op heeft lopen slaan/trommelen. Oververmoeid en uitgedroogd lopen we naar de kerk waar we onze spullen pakken en ons in de auto’s proppen om terug naar ISANO in Kigali te gaan. Tijdens de weg terug stoppen we nog even bij een supermarkt, jaja we hebben een supermarkt gevonden. Hier slaan we flinke hoeveelheid chips, cola en Pringles in. Iedereen is weer happy door het junkfood dus kunnen we weer vertrekken. We komen bij ISANO aan en de helft springt gelijk of na de maaltijd van heerlijke rijst of pasta met bonen, aardappelen en verrukkelijke gehaktballen onder de douche. Want volleybal met oranje stof in plaats van zand of een vloer onder je voeten is leuk, maar daarna voel je je niet meer blank, maar oranje! Nu zijn we weer allemaal schoon en kunnen we naar dromenland om morgen weer een gezellige dag te hebben.
Sifra van den Herik (en Hannah Bakker)