Maandag 15 augustus
Op het moment dat ik (Jirre) dit bericht schrijf zit ik met een muziekje aan een strand, met een Fanta Cassis-flesje in een stoel al pootje badend in de zon toe te kijken hoe een groepje volwassen Afrikanen met zwemvest aan probeert te zwemmen.
De dag begint vandaag voor mij om 07:30, als ik wakker word van een vrouw die het stoepje voor mijn kamer aan het vegen is. Na nog een keer draaien in het overheerlijke, dikke, zachte bed word ik een half uur later nogmaals gewekt door mijn wekker.
Om 08:30 ontbijten we, met de gewoonlijke witte sneetjes brood en een dikke omelet. Na een goed ontbijt vertrekken we vandaag -uitgerust en gelukkig te voet- richting het meer. 15 minuutjes later arriveren we bij het meer, waar twee Expeditie Robinson-bootjes voor ons klaarliggen. We verdelen de groep, ik zit in de boot met wifi. Omdat de verbinding met de router in het pension heel goed is maar de verbinding van de router met het internet niet werkt, heeft Samuel zijn hotspot open gezet voor ons. En laat hij nou net met zijn gezin bij ons in de boot gaan. Terwijl we richting een van de grotere eilanden varen, horen we vanuit de andere boot Jeffry’s box de titelsong van de Titanic spelen en zien we Emma met Samira voor op de boeg staan. Net echt.
Even later arriveren we op de ‘aanlegplaats’ bij het eiland. We gaan aan wal en besluiten een eind naar boven te lopen. Na een stukje gelopen te hebben, gooit onze kapitein/gids een steen richting een grote struik. Wat volgt is een hoop herrie van rondvliegende vleermuizen. Een steile bergwandeling verder (op slippertjes, want dat we bergen gingen beklimmen was niet bekend bij vertrek die ochtend) komen we boven de boomgrens, bij een open stuk. Wat de top leek te zijn tijdens de klim, blijkt hier slechts een tussen(s)top. De echte top is nog eenzelfde stuk naar boven. Om wille van de tijd beginnen we na wat fotootjes geschoten te hebben weer aan de afdaling. Beneden aangekomen nemen we er nog een paar, en wachten we op de andere groep. Wij zijn namelijk via een ander weggetje afgedaald, dat sneller en makkelijker lopen is.
Eenmaal weer compleet lopen we naar de boot terug, om nog een stukje te varen. Na een mooie tocht tussen vele eilandjes door gaan we rond 12:30 weer aan wal. Hier staat voor ons een compleet terras klaar, en al gauw worden de bekende soorten frisdrank uitgedeeld. Koud dit keer, waardoor het gelijk een stuk beter smaakt. Na de frisdrank hoeven we ook niet lang te wachten voordat er een bord goede friet, een spies geit en wat tomaat worden afgeleverd. Ondanks dat we het niet verwachten, blijkt dat deze geit het kind zou kunnen zijn geweest van de geit van de vorige keer in het luxe restaurant. Het vlees is goed gekruid, en bovendien: een stuk minder taai.
Het duurt niet lang voordat ieders bordje leeg is, en de eersten het water in springen. Wiebe had zijn shirt al vroeg op de boot uitgedaan, en die springt er dus ook het eerste in.
Wat volgt is een relaxte middag aan het water. En groep besluit dat het wel lekker is om naar de overkant van de baai te gaan zwemmen (want ja, het meer is dermate groot dat er sprake is van meerdere baaien en landtongen). Jelle en Luuk hadden meerdere opblaasballen meegenomen om weg te geven, maar er nu nog even zelf mee spelen blijkt toch ook wel heel leuk. Terwijl er samen met de kinderen van Samuel wordt overgegooid, zien we ondertussen in de verte wat spartelende hoofdjes. De middag verloopt verder relaxed, een middag waar iedereen aan toe is.
Als rond 16:00 Pastor Joost zenuwachtige geluiden gaat maken en naar de lucht wijst, beslissen we vrij snel unaniniem dat het wel weer tijd is om terug te keren naar ons optrekje. Terwijl wij lekker lagen te zonnen is er vanachter de heuvel achter ons een grote grijszwarte wolk verschenen, en door een bui net als gisterenavond wil geen van ons lopen.
Net onderweg worden we al weer snel geconfronteerd met het Afrika van waar we tot nu toe twee weken hebben doorgebracht, en juist vandaag een dag voor hadden om bij te komen. Uit de bosjes langs de weg verschijnt een groepje kinderen van niet ouder dan 10 jaar, die verlegen en zachtjes zeggen “gif me my mone”. Waarschijnlijk niet eens wetende wat het betekent, maar aangeleerd dat als ze dat zeggen ze misschien wel iets krijgen. De strekking van de preek van Joost in Mwirute wordt hier gelijk duidelijk: ik het begin riep iedereen “kijk, een bananenboom!”, inmiddels lopen we vrij onverbaasd langs hen heen.
Na -droog- het pension weer bereikt te hebben trekt iedereen zich terug in zijn of haar kamer. Ik besluit een douche te nemen, en hoop op warm water. Dat is er namelijk al een week niet meer geweest. Wat volgt is een heerlijke doche, met inderdaad warm water. Tijdens het inzepen besluit ik het warme water te laten lopen (je weet immers niet of en wanneer de kraan leeg is) en zo een van de teiltjes die er staan te vullen. Gelukkig komt het niet zo ver, en na een bovengemiddeld lange douchetijd ga ik even genieten van mijn lekkere bed.
Om 17:50 word ik wakker van mijn wekker, omdat we om 18:00 de afgelopen week gaan nabespreken. Sinds het kamp is daar namelijk niet veel gelegenheid meer voor geweest. Iedereen vertelt zijn of haar indrukken, ervaringen, verhalen. Maar ook ergernissen zoals de dienst van 3,5 uur van gisteren worden niet verzwegen.
Rond 19:00 komt hetgeen waarvoor iedereen eigenlijk naar de eetzaal was gekomen, namelijk het eten. Patat (in grote getale, ze hebben geleerd van gisteren want toen was het vrij snel op), boontjes en: vis. Kleine sardientjes. Niet iedereen is er fan van (Wiebe vindt het vooral leuk om de oogjes te laten zien voordat hij ze op eet), maar aan het eind van de maaltijd heb ik een hele school vissen op. We spreken af dat we om 20:30 de spullen die we nog weg willen geven verzamelen in de eetzaal, zodat alles goed verdeeld kan worden.
Terwijl Joost, Conny en Gerrie de spullen en kleding verdelen, wordt de rest van de zaal omgetoverd tot Wakkerdam. De hele groep wil meespelen met Weerwolven (een spannend psychologisch groepsspel waarin niemand wordt gespaard en vertrouwen op de proef wordt gesteld, red.) Na drie potjes is het al half elf geweest, en dus gaan de eersten langzaam richting hun kamer. Ook ik besluit dat het tijd is om te gaan slapen. Na mijn tas grotendeels weer ingepakt te hebben, gaat het licht om kwart over elf uit. Morgen weer vroeg op.